EEN PRESTIGIEUS HERENHUIS
IN DE MARITIEMWIJK

Foto:
De Jubelfeestbrug en Jubelfeestlaan vóór de Eerste Wereldoorlog. Collectie prentbriefkaarten van Belfius – Koninklijke Academie van België.

Plattegrond:
Uittreksel uit Nouveau Plan de Bruxelles industriel (1910). De Maritiemwijk rond Thurn en Taxis.

1. Jubelfeestbrug die uitsteekt boven de site van Thurn en Taxis.

2. Jubelfeestlaan 158, eerste adres van Joachim Riez

3. Plaats waar het Riez herenhuis wordt gebouwd; de Henri Hollevoetlaan bestond toen nog niet.

4. Havenlaan 51, waar de magazijnen van Joachim Riez waren gevestigd.

Uittreksel uit A. Verwest, M. Vanderoost et F. Xhardez, Nouveau Plan de Bruxelles industriel.
Avec ses suburbains, Brussel, Khiat, 1910.

De verbreding van het Willebroekkanaal en de aanleg van een nieuwe zeehaven in Brussel aan het einde van de 19e eeuw leidden tot de bouw van de site Thurn en Taxis, een complex van pakhuizen, een spoorwegstation en administratieve gebouwen die de douanediensten huisvestten, gelegen op de grens van de gemeenten Sint-Jans-Molenbeek en Brussel. De ontwikkeling van dit nieuwe economische centrum in een tot dan nog dunbevolkt gebied gaf aanleiding tot de ontwikkeling van de Maritiemwijk. Deze buurt bestond niet alleen uit bedrijven, pakhuizen en arbeiderswoningen, maar ook, aan het prille begin van de 20e eeuw, uit prestigieuze verkeersaders, de Jubelfeestlaan en de Emile Bockstaellaan. Deze waren dan ook bedoeld om de snel groeiende gemeenten Laken en Jette beter te kunnen ontsluiten. De eerste bouwwerken op de Jubelfeestlaan werden opgemerkt in 1906.* Deze laan herbergde een aantal opmerkelijke residenties zoals het Riez herenhuis dat vooral was geliefd bij zakenlieden met belangen in de buurt van de haven.

In 1925, op een openbare veiling die werd gehouden op verzoek van de Hospices et Secours van de Stad Brussel (nu het OCMW), kocht materialenhandelaar Joachim Riez, gehuwd met Félicie-Ana Bovy, een stuk grond op de hoek van de Jubelfeestlaan en de nieuwe Henri Hollevoetlaan.** Op 5 januari 1927 diende hij bij het gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek een aanvraag in om vier huizen te bouwen met een voorgevel van 60 meter. ***

* De Almanakken van de handel en de industrie, classificatie per straat (1906). https://archief.brussel.be/almanakken.

** Aankoopakte van het pand aan de Jubelfeestlaan 86-88 en de Henri Hollevoetlaan 1 (1963), archieven van CDA.

*** Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

De architect Jean-Baptiste Dewin kreeg de opdracht toegewezen. Het project ging om twee opbrengstwoningen gelegen aan de nummers 3 en 5 van de Henri Hollevoetlaan, en een herenhuis op de hoek van de Jubelfeestlaan. De benedenverdieping van het herenhuis was bestemd voor de kantoren van de Compagnie Industrielle du Rupel; het appartement op de eerste verdieping werd ingenomen door het echtpaar Riez. Het herenhuis was toegankelijk via afzonderlijke ingangen. De architect vroeg een afwijking voor de hoogte van de omheiningen die moesten worden opgericht op de grens van de achteruitbouwstrook, aan de kant van de Henri Hollevoetlaan.****

Rekening houdend met de architectuur van de gevels werd de afwijking samen met de bouwvergunning verleend op 27 januari 1927, d.w.z. binnen ongeveer drie weken, wat in die tijd niet ongebruikelijk was ! De bouwwerken werden meteen aangevat en toevertrouwd aan de firma Ed. François et Fils, gelegen in de Hoornstraat 43 in Etterbeek, die twintig arbeiders naar de bouwplaats stuurde.*/

Deze aannemer was allesbehalve een onbekende; hij was immers al door Victor Horta aangesteld geweest voor de bouw van het hotel Solvay (1894-1903), had bijgedragen aan de bouw van het Residence Palace (architect Michel Polak, 1922- 1927) en werd later ook belast met de bouw van de Villa Empain (architect Michel Polak, 1930-1934).

**** Volgens de geldende voorschriften moest de omheining bestaan uit een 0,25 m hoge borduur uit steenblokken met daarop een hekwerk van 1,30 m hoog, zodat de totale hoogte vanaf het trottoir 1,55 m bedroeg. Uit de plannen bleek echter dat de geplande omheining een basis van 0,50 tot 0,65 m hoog zou hebben met daarop een hekwerk van 0,60 m hoog, wat resulteerde in een totale omheiningshoogte van 1,10 tot 1,25 m. Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

*/ Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

Planaanzicht van de hoofdgevel van het Riez herenhuis, aan de kant van de Jubelfeestlaan.

Links nr. 86, de ingang tot het woongedeelte, rechts nr. 88, de ingang tot de kantoren.

Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

Toen de bouwwerken bijna waren afgerond, vroeg de eigenaar of hij enkele kleine wijzigingen in de oorspronkelijke plannen mocht aanbrengen. Het ging om een verhoging op de tweede verdieping aan de achterzijde van het hoofdgebouw, dat op dat moment in aanbouw was, en om de toevoeging van een goederenlift. Op 16 december 1927* verleende de gemeente een tweede vergunning voor deze wijzigingen en op 7 april 1928 werd het hele gebouw als afgewerkt verklaard. In 1929 meldden de Almanakken van de handel en de industrie dat de Compagnie Industrielle du Rupel gevestigd was in de Jubelfeestlaan 88 en het herenhuis van Joachim Riez in de Jubelfeestlaan 86. De opbrengstwoningen in de Henri Hollevoetlaan werden al snel verhuurd.

* Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 15356.

Félicie-Anna Bovy, de echtgenote van Riez, overleed in 1935. Joachim Riez overleed in 1948, na een lange loopbaan als industrieel. De eigendom kwam vervolgens in handen van de zussen van Joachim, de twee jongedames Denise en Elmyre. De Compagnie Industrielle du Rupel bleef de huurder van het gebouw. Denise overleed in 1959 en in 1963 verkocht Elmyre het herenhuis aan CDA (Contributies en Kadaster, Douane, Accijnzen), een onderlinge brandverzekeringsmaatschappij die in 1909 werd opgericht en toen al haar zetel had in Sint-Jans-Molenbeek. CDA vestigde zich dan ook in de kantoren op de Jubelfeestlaan, waar de maatschappij vandaag nog steeds is gehuisvest. In 1992 werd het gebouw met behoud van zijn erfgoedkarakter gerestaureerd en verbouwd door het architectenbureau Lantin-Schoreels-Clinquart-Minden, onder leiding van de bouwheer, de heer André de Molinari.

EEN PRESTIGIEUS HERENHUIS IN DE MARITIEMWIJK

De verbreding van het Willebroekkanaal en de aanleg van een nieuwe zeehaven in Brussel aan het einde van de 19e eeuw leidden tot de bouw van de site Thurn en Taxis, een complex van pakhuizen, een spoorwegstation en administratieve gebouwen die de douanediensten huisvestten, gelegen op de grens van de gemeenten Sint-Jans-Molenbeek en Brussel. De ontwikkeling van dit nieuwe economische centrum in een tot dan nog dunbevolkt gebied gaf aanleiding tot de ontwikkeling van de Maritiemwijk. Deze buurt bestond niet alleen uit bedrijven, pakhuizen en arbeiderswoningen, maar ook, aan het prille begin van de 20e eeuw, uit prestigieuze verkeersaders, de Jubelfeestlaan en de Emile Bockstaellaan. Deze waren dan ook bedoeld om de snel groeiende gemeenten Laken en Jette beter te kunnen ontsluiten. De eerste bouwwerken op de Jubelfeestlaan werden opgemerkt in 1906.* Deze laan herbergde een aantal opmerkelijke residenties zoals het Riez herenhuis dat vooral was geliefd bij zakenlieden met belangen in de buurt van de haven.

In 1925, op een openbare veiling die werd gehouden op verzoek van de Hospices et Secours van de Stad Brussel (nu het OCMW), kocht materialenhandelaar Joachim Riez, gehuwd met Félicie-Ana Bovy, een stuk grond op de hoek van de Jubelfeestlaan en de nieuwe Henri Hollevoetlaan.** Op 5 januari 1927 diende hij bij het gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek een aanvraag in om vier huizen te bouwen met een voorgevel van 60 meter. ***

Foto: De Jubelfeestbrug en Jubelfeestlaan vóór de Eerste Wereldoorlog. Collectie prentbriefkaarten van Belfius – Koninklijke Academie van België.

* De Almanakken van de handel en de industrie, classificatie per straat (1906). https://archief.brussel.be/almanakken.
** Aankoopakte van het pand aan de Jubelfeestlaan 86-88 en de Henri Hollevoetlaan 1 (1963), archieven van CDA.
*** Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

Uittreksel uit Nouveau Plan de Bruxelles industriel (1910). De Maritiemwijk rond Thurn en Taxis.

1. Jubelfeestbrug die uitsteekt boven de site van Thurn en Taxis.
2. Jubelfeestlaan 158, eerste adres van Joachim Riez
3. Plaats waar het Riez herenhuis wordt gebouwd; de Henri Hollevoetlaan bestond toen nog niet.
4. Havenlaan 51, waar de magazijnen van Joachim Riez waren gevestigd.

De architect Jean-Baptiste Dewin kreeg de opdracht toegewezen. Het project ging om twee opbrengstwoningen gelegen aan de nummers 3 en 5 van de Henri Hollevoetlaan, en een herenhuis op de hoek van de Jubelfeestlaan. De benedenverdieping van het herenhuis was bestemd voor de kantoren van de Compagnie Industrielle du Rupel; het appartement op de eerste verdieping werd ingenomen door het echtpaar Riez. Het herenhuis was toegankelijk via afzonderlijke ingangen. De architect vroeg een afwijking voor de hoogte van de omheiningen die moesten worden opgericht op de grens van de achteruitbouwstrook, aan de kant van de Henri Hollevoetlaan.****

Rekening houdend met de architectuur van de gevels werd de afwijking samen met de bouwvergunning verleend op 27 januari 1927, d.w.z. binnen ongeveer drie weken, wat in die tijd niet ongebruikelijk was ! De bouwwerken werden meteen aangevat en toevertrouwd aan de firma Ed. François et Fils, gelegen in de Hoornstraat 43 in Etterbeek, die twintig arbeiders naar de bouwplaats stuurde.*/

Deze aannemer was allesbehalve een onbekende; hij was immers al door Victor Horta aangesteld geweest voor de bouw van het hotel Solvay (1894-1903), had bijgedragen aan de bouw van het Residence Palace (architect Michel Polak, 1922- 1927) en werd later ook belast met de bouw van de Villa Empain (architect Michel Polak, 1930-1934).

**** Volgens de geldende voorschriften moest de omheining bestaan uit een 0,25 m hoge borduur uit steenblokken met daarop een hekwerk van 1,30 m hoog, zodat de totale hoogte vanaf het trottoir 1,55 m bedroeg. Uit de plannen bleek echter dat de geplande omheining een basis van 0,50 tot 0,65 m hoog zou hebben met daarop een hekwerk van 0,60 m hoog, wat resulteerde in een totale omheiningshoogte van 1,10 tot 1,25 m. Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

*/ Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

Planaanzicht van de hoofdgevel van het Riez herenhuis, aan de kant van de Jubelfeestlaan. Links nr. 86, de ingang tot het woongedeelte, rechts nr. 88, de ingang tot de kantoren. Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 14796.

Toen de bouwwerken bijna waren afgerond, vroeg de eigenaar of hij enkele kleine wijzigingen in de oorspronkelijke plannen mocht aanbrengen. Het ging om een verhoging op de tweede verdieping aan de achterzijde van het hoofdgebouw, dat op dat moment in aanbouw was, en om de toevoeging van een goederenlift. Op 16 december 1927* verleende de gemeente een tweede vergunning voor deze wijzigingen en op 7 april 1928 werd het hele gebouw als afgewerkt verklaard. In 1929 meldden de Almanakken van de handel en de industrie dat de Compagnie Industrielle du Rupel gevestigd was in de Jubelfeestlaan 88 en het herenhuis van Joachim Riez in de Jubelfeestlaan 86. De opbrengstwoningen in de Henri Hollevoetlaan werden al snel verhuurd.

Félicie-Anna Bovy, de echtgenote van Riez, overleed in 1935. Joachim Riez overleed in 1948, na een lange loopbaan als industrieel. De eigendom kwam vervolgens in handen van de zussen van Joachim, de twee jongedames Denise en Elmyre. De Compagnie Industrielle du
Rupel bleef de huurder van het gebouw. Denise overleed in 1959 en in 1963 verkocht Elmyre het herenhuis aan CDA (Contributies en Kadaster, Douane, Accijnzen), een onderlinge brandverzekeringsmaatschappij die in 1909 werd opgericht en toen al haar zetel had in Sint-Jans-Molenbeek. CDA vestigde zich dan ook in de kantoren op de Jubelfeestlaan, waar de maatschappij vandaag nog steeds is gehuisvest. In 1992 werd het gebouw met behoud van zijn erfgoedkarakter gerestaureerd en verbouwd door het architectenbureau Lantin-Schoreels-Clinquart-Minden, onder leiding van de bouwheer, de heer André de Molinari.

* Gemeentearchief van Sint-Jans-Molenbeek, Urbanisme 15356.