JEAN-BAPTISTE DEWIN (1873-1948)

Portret: Jean-Baptiste Dewin. Collectie CDA.

Foto: Jean-Baptiste Dewin in aanwezigheid van koningin Elizabeth, tijdens de eerstesteenlegging van het Sint-Pietersziekenhuis op zaterdag 1 juni 1929. Fotografisch fonds Jacques Hersleven © KIK-IRPA, Brussel.

Geboren in Hamburg als zoon van een Belgische beeldhouwer-ornamentist – van wie hij waarschijnlijk zijn smaak voor decoratie heeft meegekregen – en een Duitse moeder, bracht Jean-Baptiste Dewin een deel van zijn jeugd in Duitsland door. Het lijkt erop dat hij steeds een klein Duits accent heeft behouden.* Hij genoot een praktische opleiding als metselaar en daarna als stukadoor, wat hem later in staat stelde om “de troffel van een arbeider te lenen en hem te midden van verbaasde arbeiders een les in techniek te geven”.** Van 1891 tot 1896 volgde hij een opleiding tot architect aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Vervolgens werkte hij als tekenaar voor verschillende architecten, waaronder Georges Hobé, bij wie hij Dr. Antoine Depage ontmoette, die hem in 1903 de bouw van zijn privékliniek op het G. Brugmannplein in Elsene toevertrouwde. Dankzij deze ontmoeting en de daarop volgende projectrealisatie, specialiseerde hij zich verder in de bouw van ziekenhuizen. In 1920 werd hij dan ook belast met de studie van het toekomstige universitair ziekenhuis Sint- Pieter en in 1921 maakte hij een studiereis van twee maanden naar de Verenigde Staten. Het complex werd gebouwd tussen 1925 en 1935.

Over een periode van iets meer dan veertig jaar omvatte het werk van Dewin ook talrijke middenklasse- en lage-inkomenswoningen en sociale huisvesting. Het hoogtepunt was een grootschalig project in de late art-decostijl, het gemeentehuis van Vorst – zijn gemeente – dat van 1925 tot 1937 werd gebouwd.

* J. Morjan, “Jean-Baptiste Dewin”, uit L’Académie et l’Art nouveau. 50 artistes autour de Victor Horta, Brussel, Les Amis de l’Académie royale des beaux-arts de Bruxelles (1996), vol. 1, p.101.

** G. Verdavaine, “L’architecte J.-B. Dewin”, Savoir et Beauté (januari 1924), p. 7.

***Volgens een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Tekhné, nr. 78 (28 september 1912), geciteerd in M. Culot en C. Mierop, Vienne-Bruxelles ou la fortune du palais Stoclet, Brussel, Archives d’architecture moderne (1987).

Van 1898 tot 1914 werkte hij in een sobere en elegante art-nouveaustijl, beïnvloed door Paul Hankar en de Weense secessionisten. Op 22 september 1912 kreeg hij, samen met andere “modernistische” architecten, de kans om deel te nemen aan een bezoek aan het Stocletpaleis, een meesterwerk van de Oostenrijkse architect Josef Hoffmann dat net in Brussel was voltooid. De kleine groep was duidelijk onder de indruk van het bezoek, waarbij ieder op zijn eigen manier reageerde. Dewin zou plotseling gedurende vijf minuten beginnen praten zijn!*** De invloed van het Stocletpaleis was later ook duidelijk merkbaar in zijn werk.

Van 1920 tot 1938 werkte hij in een heel verzorgde art-decostijl, in continuïteit met de stijl die hij eerder had ontwikkeld. De gevel– decoraties in sgraffiti en mozaïek met afbeeldingen van dieren en insecten liet hij echter achterwege ten gunste van een driedimensionale decoratie van beeldhouwwerken, zoals die te vinden zijn bij de hoofdingang van het Riez herenhuis.

Om op deze manier een vruchtbare carrière uit te bouwen, moest Dewin stagiairs, assistenten en tekenaars in dienst nemen. Veel mensen kwamen bij hem over de vloer, onder wie François Van Meulecom (1889-1963), die met hem samenwerkte van 1909 tot 1914 en van 1919 tot 1922.

Mozaïekdecoratie op de voorgevel van de Jean Dubrucqlaan 206-208, Sint-Jans-Molenbeek. Architect Jean-Baptiste Dewin, 1909.
Foto: www.alamyimages.fr.

Het nieuwe Sint-Pietersziekenhuis, eind jaren 1930. Architect Jean-Baptiste Dewin. Collectie van de auteur.

JEAN-BAPTIST DEWIN (1873-1948)

Geboren in Hamburg als zoon van een Belgische beeldhouwer-ornamentist – van wie hij waarschijnlijk zijn smaak voor decoratie heeft meegekregen – en een Duitse moeder, bracht Jean-Baptiste Dewin een deel van zijn jeugd in Duitsland door. Het lijkt erop dat hij steeds een klein Duits accent heeft behouden.* Hij genoot een praktische opleiding als metselaar en daarna als stukadoor, wat hem later in staat stelde om “de troffel van een arbeider te lenen en hem te midden van verbaasde arbeiders een les in techniek te geven”.** Van 1891 tot 1896 volgde hij een opleiding tot architect aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel. Vervolgens werkte hij als tekenaar voor verschillende architecten, waaronder Georges Hobé, bij wie hij Dr. Antoine Depage ontmoette, die hem in 1903 de bouw van zijn privékliniek op het G. Brugmannplein in Elsene toevertrouwde. Dankzij deze ontmoeting en de daarop volgende projectrealisatie, specialiseerde hij zich verder in de bouw van ziekenhuizen. In 1920 werd hij dan ook belast met de studie van het toekomstige universitair ziekenhuis Sint- Pieter en in 1921 maakte hij een studiereis van twee maanden naar de Verenigde Staten. Het complex werd gebouwd tussen 1925 en 1935. 

Over een periode van iets meer dan veertig jaar omvatte het werk van Dewin ook talrijke middenklasse- en lage-inkomenswoningen en sociale huisvesting. Het hoogtepunt was een grootschalig project in de late art-decostijl, het gemeentehuis van Vorst – zijn gemeente – dat van 1925 tot 1937 werd gebouwd.

Foto: Jean-Baptiste Dewin in aanwezigheid van koningin Elizabeth, tijdens de eerstesteenlegging van het Sint-Pietersziekenhuis op zaterdag 1 juni 1929. Fotografisch fonds Jacques Hersleven © KIK-IRPA, Brussel.

* J. Morjan, “Jean-Baptiste Dewin”, uit L’Académie et l’Art nouveau. 50 artistes autour de Victor Horta, Brussel, Les Amis de l’Académie royale des beaux-arts de Bruxelles (1996), vol. 1, p.101.

** G. Verdavaine, “L’architecte J.-B. Dewin”, Savoir et Beauté (januari 1924), p. 7.

Portret: Jean-Baptiste Dewin. Collectie CDA.

Van 1898 tot 1914 werkte hij in een sobere en elegante art-nouveaustijl, beïnvloed door Paul Hankar en de Weense secessionisten. Op 22 september 1912 kreeg hij, samen met andere “modernistische” architecten, de kans om deel te nemen aan een bezoek aan het Stocletpaleis, een meesterwerk van de Oostenrijkse architect Josef Hoffmann dat net in Brussel was voltooid. De kleine groep was duidelijk onder de indruk van het bezoek, waarbij ieder op zijn eigen manier reageerde. Dewin zou plotseling gedurende vijf minuten beginnen praten zijn!***  De invloed van het Stocletpaleis was later ook duidelijk merkbaar in zijn werk.

Van 1920 tot 1938 werkte hij in een heel verzorgde art-decostijl, in continuïteit met de stijl die hij eerder had ontwikkeld. De gevel– decoraties in sgraffiti en mozaïek met afbeeldingen van dieren en insecten liet hij echter achterwege ten gunste van een driedimensionale decoratie van beeldhouwwerken, zoals die te vinden zijn bij de hoofdingang van het Riez herenhuis.

Om op deze manier een vruchtbare carrière uit te bouwen, moest Dewin stagiairs, assistenten en tekenaars in dienst nemen. Veel mensen kwamen bij hem over de vloer, onder wie François Van Meulecom (1889-1963), die met hem samenwerkte van 1909 tot 1914 en van 1919 tot 1922.

***Volgens een artikel gepubliceerd in het tijdschrift Tekhné, nr. 78 (28 september 1912), geciteerd in M. Culot en C. Mierop, Vienne-Bruxelles ou la fortune du palais Stoclet, Brussel, Archives d’architecture moderne (1987).

Het nieuwe Sint-Pietersziekenhuis, eind jaren 1930. Architect Jean-Baptiste Dewin. Collectie van de auteur.

Mozaïekdecoratie op de voorgevel van de Jean Dubrucqlaan 206-208, Sint-Jans-Molenbeek. Architect Jean-Baptiste Dewin, 1909.
Foto: www.alamyimages.fr.